De kerndoelen Kerndoelen zijn streefdoelen die een leerling moet halen aan het eind van de basisschool. Kerndoelen beschrijven het onderwijsaanbod op de basisschool in grote lijnen. Niet alles wat er op school gebeurt, is voorgeschreven in kerndoelen. In de kerndoelen staat wel wat er in ieder geval aan de orde moet komen. Alle methodes die wij gebruiken voldoen aan de kerndoelen.
Algemeen
Op onze school neemt het werken vanuit de kring een belangrijke plaats in. Er worden veel zaken in de kring besproken. Tijdens de kringgesprekken krijgen de kinderen de gelegenheid om over hun eigen ervaringen te vertellen. In de hogere groepen vinden er daarnaast gesprekken plaats over actuele gebeurtenissen. Ook de godsdienstige en levensbeschouwelijke vormgeving wordt behandeld in de kring.
De Methodes
De algemene doelstellingen van het taal-/leesonderwijs luiden:
- Het beheersen van de taal als communicatiemiddel en als informatiebron.
- Het stimuleren van juist en correct taalgebruik.
- Het voorbereiden van het leren lezen, door:
- De stimulering van de ontluikende geletterdheid
- Ontwikkeling van de woordenschat
- Enige letterkennis (kennis van vorm en de klanken van letters)
- Ontwikkelen van begrijpend luisteren.
Wij gebruiken hiervoor in de kleutergroepen de methode ‘Schatkist’. In deze methode komen alle streefdoelen voor de taalontwikkeling aan de orde. Schatkist sluit goed aan op ‘Veilig Leren Lezen’: de methode voor het aanvankelijk lezen in de groepen 3.
Taalactiviteiten die elke week in de kleutergroepen plaatsvinden zijn:
- Kringgesprekken, in grote en kleine kring
- Voorlezen uit prentenboeken en daarna bespreken
- Opzegversjes
- Dramatiseren
- Vertellen van verhalen
- Logisch rangschikken
- Begripsvorming en woordenschatuitbreiding
Deze activiteiten worden met alle kleuters gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende niveaus. Voor de oudste kleuters komen daar de leesvoorwaarden bij. Dit zijn activiteiten die gericht zijn op het herkennen van visuele en auditieve verschillen. Er wordt gewerkt met prentenboeken, vanuit thema's en vanuit speel-leersituaties.
In groep 3 wordt gestart met het aanvankelijk lezen. De methode die hiervoor wordt gebruikt, is de nieuwste versie van de leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. Deze methode is gebaseerd op het werken op verschillende niveaus. Het niveau kan gedurende het schooljaar veranderen. Er zijn kinderen die sneller gaan en een grotere mate van zelfstandigheid aankunnen en er zijn kinderen die juist meer instructie nodig hebben. Om dit goed te kunnen volgen zijn er vier toetsmomenten in de groepen 3. In de groepen 4 en 5 wordt het technisch lezen voortgezet. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de methode ‘Estafette’. Ook deze methode is gebaseerd op het werken in verschillende niveaus.
In de groepen 4 t/m 6 gebruiken we de methode ‘Taal actief Taal’. De methode besteedt aandacht aan:
- Spreken en luisteren
- Schrijven
- Taalbeschouwing (woordbouw, zinsbouw en taalgebruik)
Ook wordt er vanaf groep 4 de methode ‘Taal actief Spelling’ gebruikt. Met deze methode wordt het correct leren schrijven van woorden en werkwoorden aangeleerd.
De groepen 7 en 8 maken gebruik van de methode ‘Taal en Spelling in Beeld’.
Schrijven
In de kleutergroepen wordt er gewerkt met de methode Krullenbol. Dit is een methode voor voorbereidend schrijven die draait om plezier beleven, bewegen en handvaardigheid stimuleren. Oefening van de fijne motoriek is erg belangrijk voor het latere échte schrijven. Het vasthouden van de pen of het potlood, de juiste schrijfhouding, het maken van de bewegingen op het papier, het schrijven tussen lijntjes - het zijn allemaal fijne motorische handelingen die veel oefening en een goede basis vergen. Kleuters zijn dagelijks veel bezig met deze fijne motorische vaardigheden (rijgen van kralen, kleien, kralen leggen op de kralenplank etc.).
Vanaf groep 3 wordt er met de methode ‘Pennenstreken’ gewerkt. Met deze methode leren kinderen op een vlotte en leesbare manier schrijven en ontwikkelen in de loop der jaren hun eigen handschrift.+
Begrijpend lezen
Een belangrijk onderdeel van het lezen is het begrijpend lezen. Hiervoor gebruiken wij vanaf groep 4 ‘Nieuwsbegrip XL’. Nieuwsbegrip is een aanpak waarbij de leerlingen teksten lezen over een actueel onderwerp. Aan de teksten zijn leesbegrip- en woordenschatoefeningen gekoppeld, met als doel leerlingen actief en strategisch te leren lezen. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die ze bij de tekst kunnen gebruiken. Leerlingen maken oefeningen en toetsen op papier en op de Chromebook.
Engels
Vanaf groep 5 wordt er Engels gegeven. De methode die hiervoor gebruikt wordt is: ‘Stepping stones junior’.
Belangrijke kenmerken van Stepping stones:
- In elke les video’s met Engelssprekende leeftijdsgenoten in dagelijkse situaties in Nederland
- Rijke gevarieerde lessen met songs, stories coöperatieve werkvormen, flash cards en games
- Keuze uit 100% digitaal lesgeven of digitaal plus leerwerkboeken
- Perfecte aansluiting op het voortgezet onderwijs.
Stepping Stones Junior methode wordt ook op het voortgezet onderwijs gebruikt, waardoor er een fijne. Deze aansluiting kan plaatsvinden. Via thematische filmpjes, clips en opdrachten komt de leerling in aanraking met ‘real life’ situaties. Per thema komen de onderdelen film, muziekclip, leestekst, luistertekst, cartoons, spreekoefening, dialoog en coöperatieve werkvormen aan de orde. De 5de les van elke unit is een toetsles. Ook krijgen de leerlingen huiswerk voor Engels. Ze moeten Engelse woordjes leren (Engels-Nederlands en Nederlands-Engels) die elke week schriftelijk getoetst worden.
Rekenen - Wiskunde
Bij de groepen 1 en 2 wordt er gesproken over voorbereidend rekenen. De activiteiten worden aangeboden met concrete materialen en in spelvorm. Het tellen gebeurt bijvoorbeeld op een speelse manier. Tijdens de werklessen wordt er geteld met allerlei materialen (van blokjes tot pepernoten, puzzels, telspelletjes, kralen, lotto’s etc.) en zelfs in het speellokaal wordt er geteld tijdens allerlei tik- en kringspelen. Om goed aan te sluiten bij het rekenen in de groepen 3 gebruiken wij lesideeën uit de methode ‘Schatkist’.
Vanaf groep 3 werken wij met de methode ‘Wereld in Getallen’. Deze methode biedt veel mogelijkheden tot interactie tussen leerkracht en kinderen en tussen de kinderen onderling. De methode biedt ruimte voor differentiatie voor de kinderen die de stof goed aankunnen, maar ook voor de kinderen die wat meer moeite met rekenen hebben. Wereld in Getallen heeft een goede en duidelijke opbouw die ertoe leidt dat de kinderen in de groepen 8 alle rekenvaardigheden beheersen die in de kerndoelen genoemd staan. Naast het werken in hun werkboeken en -schriften, maken de kinderen ook gebruik van de educatieve software op de computers in de klas.
Wereldoriëntatie
Voor het wereldoriënterend onderwijs in de kleutergroepen werken wij met thema’s uit de taalmethode Schatkist. In deze methode worden verschillende thema’s behandeld die dicht bij de belevingswereld van de kinderen liggen. Ondersteunend wordt er soms gebruikgemaakt van bijvoorbeeld het televisieprogramma ‘Koekeloere’. De thema’s zoals Sinterklaas, Kerst, Pasen en de seizoenen komen ook aan bod. In de groepen 3 t/m 8 wordt er gewerkt met de geïntegreerde lesmethode ‘Da Vinci’. Deze methode biedt onderwijs in thema’s aan. De kerndoelen bij ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ worden in een samenhangend geheel aangeboden met de vensters uit de ‘Canon van de Nederlandse geschiedenis’, wereldburgerschap en burgerschapsvorming, de 21th century skills en Wetenschap & Techniek. Wij geven geen aparte lessen in de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, maatschappijleer, techniek, natuur- en scheikunde, verzorging en filosofie, maar bieden dit aan met één centrale les per week, waar minimaal 2 uur verwerking bij zit in de vorm van o.a. circuitlessen, buitenlessen, excursies en klassenbezoeken door experts. Op deze manier gaan kinderen verbanden zien tussen alles wat wordt aangeboden. We gebruiken alle zintuigen en veel realistisch materiaal. Omdat een thema van zoveel kanten wordt bekeken, kan ieder kind vanuit eigen interesse, talent en niveau aanhaken. Op deze manier kan ieder kind een betrokken bijdrage leveren en ontstaat er binnen de klas meer verbondenheid. De kinderen leren met deze methode ook te onderzoeken, verwonderen, presenteren, evalueren en plannen bij te stellen.
In de groepen 3 t/m 8 maken de leerlingen een themawerkstuk over een onderwerp gerelateerd aan de thema’s van de methode. In de groepen 6 t/m 8 worden door de kinderen elevator pitches (mini-presentaties) gehouden over de topografie van Nederland, Europa en de wereld. Daarnaast leent DaVinci zich uitstekend om de leerlingen te scholen in het samenwerkend leren. Hierbij kunt u denken aan projecten als het maken van een presentatie of werkstuk of het uitvoeren van een onderzoek of proef, waarbij kinderen samen tot een eindresultaat komen.
De rol van de leerkracht en de bijdrage van de kinderen is veranderd:
- Tijdens de lessen van Da Vinci zijn de gesprekken met kinderen toegespitst op wat kinderen leren (niet op
activiteiten) - De kinderen nemen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces, waardoor de rol van de leerkracht meer coachend en observerend is
- De reflectie op de lessen vindt in dialoog plaats
Verkeer
Verkeer wordt gegeven in de groepen 1 t/m 7. Er wordt gewerkt met de methode: ‘Let’s Go!’. Ook krijgen de verschillende groepen gastlessen van ANWB streetwise en Go safe. In groep 7 wordt ook gebruikgemaakt van de methodes van Veilig Verkeer Nederland. In de groepen 7 speelt verkeer een belangrijkere rol, want in dit leerjaar wordt het verkeersexamen afgenomen. Dit examen bestaat uit een schriftelijk en een praktisch gedeelte. Voor het praktische gedeelte worden de fietsen gekeurd op verkeersveiligheid. Daarna wordt er een route door Weesp gereden. De kinderen worden onderweg beoordeeld en krijgen, bij slagen, hun verkeersdiploma.
Werken met computers
Op onze school werken wij met het netwerkprogramma Cloudwise. Op dit netwerk staan veel onderwijsprogramma’s die aansluiten bij de verschillende lesmethoden. Daarnaast staan er ook onderwijsondersteunende programma’s op, op het gebied van rekenen, lezen, spelling, taal en woordenschat.
In de groepen 1 t/m 8 hangen smartboards. Deze worden dagelijks gebruikt door de leerkracht voor educatieve software, extra uitleg, verdieping of ontspanning. Daarnaast werken de kinderen al vanaf groep 1 met smartboard en Ipads. Vanaf groep 3 zelf met de chromebooks. Dagelijks gebruiken zij de educatieve software die ondersteuning of verrijking biedt. Er wordt gewerkt met diverse programma’s die aansluiten bij en een aanvulling vormen op de ontwikkelingsmaterialen. In de hogere groepen wordt daarnaast gebruikgemaakt van het internet voor het opzoeken van informatie. Ook leren de kinderen te werken met Google Documenten en Google Presentatie voor het maken van een werkstuk of presentatie. Wij stimuleren het gebruik van de computer, zowel op school als thuis, bij het maken van huiswerk.
Huiswerk
Mede als voorbereiding op het voortgezet onderwijs leren de kinderen van de groepen 5 t/m 8 omgaan met huiswerk. Het is dan ook van belang dat kinderen vanaf groep 5 een (simpele, goedkope) agenda bij zich hebben. Het leren van plannen en organiseren wordt met behulp van de agenda gestimuleerd. Het huiswerk kan per week variëren. Dit kan bijvoorbeeld het leren van Engelse woordjes of topografische kennis. Het meenemen van materialen of het maken van een presentatie die gegeven moet worden voor de groep, kan ook tot het huiswerk behoren. Thuis de agenda bespreken en eigen activiteiten in de agenda zetten helpt uw kind om meer zicht te krijgen op hoe een agenda werkt en het plannen.